Het doel van de kaarten is om bij benadering te laten zien wat de herkomst is van stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden. Uit welke sectoren komt de stikstof en uit welke regio’s komt de stikstof? Hiermee kan binnen de gebiedsgerichte aanpak een eerste inschatting gemaakt worden in hoeverre lokale bronmaatregelen:
Daarbij is het van belang om te realiseren dat:
De kaarten bieden geen inzicht in exacte en absolute depositiewaarden. Daarvoor is de beschikbaar gestelde emissie-brondata te grof (km2). Met de kaarten is wel prima te bepalen waar het wel en niet zinvol is om nader onderzoek te doen naar bronmaatregelen. Bij dat nadere onderzoek zijn verfijndere emissiegegevens benodigd.
De resultaten in deze viewer zijn berekend met OPS-Pro2018. Als input is gebruik gemaakt van GCN emissies op km2-niveau zoals gepubliceerd door RIVM.
Er is gebruikgemaakt van een selectie van rekenpunten in elk natuurgebied. Hiermee wordt de rekentijd aanzienlijk verkort. De selectie van receptoren is uitgewerkt door Mark Wilmot. De toelichting is hier te vinden.
De berekende deposities zijn vervolgens per (hoofd-)sector geaggregeerd. De sectorindeling is hier te vinden.
RIVM stikstof: | |
RIVM OPS-Pro: | |
Emissies op km2-vlak: | |
Broncode: | |
Sectorindeling: | |
Selectie hexagonen: | |
Webservice ruwe rekengegevens: |
Als gevolg van (economische-) activiteiten vindt stikstof uitstoot plaats. Deze uitstoot (emissie) zorgt voor neerslag (depositie) in de omgeving. Een deel komt terecht op stikstofgevoelige natuur.
De depositie kan worden berekend uit emissiegegevens. Gedetailleerde emissies zijn echter niet openbaar beschikbaar. Een alternatief is het gebruik van openbare emissies per sector op km2-niveau.
De km2-emissievlakken stellen we schematisch voor als een raster. Vanuit elke emissie-rastercel kan de depositie worden berekend op een Natura2000-gebied. Hierbij wordt gekeken naar een aantal representatieve rekenpunten in dit gebied.
De totale gemiddelde depositie die wordt veroorzaakt vanuit een emissiecel op een natuurgebied wordt afgeleid uit de gemiddelde depositie op de selectie van rekenpunten in dit gebied. Vervolgens wordt vanuit elke cel het depositiepercentage bepaald t.o.v.:
Deze waarde (depositiepercentage) wordt geprojecteerd op de emissievlakken. De kaartlagen geven zo per emissiecel de procentuele depositie veroorzaakt vanuit het km2 vlak op een natuurgebied.