Veenontginning Alblasserwaard

De inrichting van de Alblasserwaard wordt volledig bepaald door de waterbeheersing. Het landschap is opgebouwd uit een groot aantal polders: aanvankelijk ontginningseenheden, nog in de Middeleeuwen uitgegroeid tot afwateringseenheden. Van deze inrichting met perceelssloten als kleinste eenheid vormen de poldergrenzen, te weten voor-, zij- en achterkades, en de tiendwegen (waarschijnlijk aangelegd om in een deel van een polder vroeger in het jaar een lage waterstand te kunnen krijgen) de hoofdlijnen.

In de veenontginningen is de grond vanaf de ontginningsbasis verdeeld in lange stroken, van elkaar gescheiden door (afwaterings)sloten, met de boerderij op de kop van de kavel. De meest regelmatige ontginningen in de Vijfheerenlanden behoren tot het zgn. 'cope'-systeem.