Trefkans / verwachting

Gebieden of plaatsen met een bepaalde verwachting of kans op het aantreffen van archeologische sporen zijn aangegeven in drie klassen:

  1. Zeer grote kans op archeologische sporen (oude stads- en dorpskernen apart aangegeven met zwart kader); kleur donkerbruin
  2. Redelijke tot grote kans op archeologische sporen; kleur middelbruin
  3. Lage kans op archeologische sporen; kleur lichtbruin/grijs


Oude geulafzettingen (lichtere banen) in een akker bij Schipluiden. De archeologische trefkans is hier zeer groot.

De toekenning van een (zeer) grote, redelijke of lage kans op vondsten (kleuren donker-, middel- en lichtbruin/grijs) heeft betrekking op de relatieve dichtheid van archeologische sporen die in een bepaald gebied verwacht wordt. Buiten die gebieden is de kans op het aantreffen van vondsten zeer laag (wit).
Het gaat hierbij enerzijds om concreet te begrenzen bodemkundige en geologische structuren, waarbinnen vaak weer fijnmaziger structuren te onderscheiden zijn. Anderzijds vallen ook oude stads- en dorpskernen en woonheuvels binnen deze verwachtingscategorie.

De op deze kaart aangegeven trefkans of verwachtingswaarde correspondeert, wat betreft classificatie en kaartbeeld, grotendeels met de door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek uitgebrachte Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Evenals bij de IKAW het geval is zijn de verwachtingsgebieden - vanwege hun indicatieve karakter - ook op deze provinciale kaart uitgevoerd in een rasterbeeld (opgebouwd uit cellen van 50 x 50 m). De grenzen van deze gebieden hebben een 'zaagtandprofiel' maar betreffen in werkelijkheid globale overgangen.