Geulafzettingen/stroomgordels, Middeleeuwen; Alblasserwaard, Krimpenerwaard en Rijnstreek
In de Middeleeuwen werd voor het eerst het gehele veengebied, dat over de oudere geulafzettingen was ontstaan ontgonnen. Veenriviertjes fungeerden als ontginningsbasis.
Al in de eerste fase van de ontginning werden langs de rivieren dijken aangelegd om overstromingen te voorkomen.
De nederzettingen uit deze periode worden gekenmerkt door reeksen woonheuvels. Deze woonheuvels werden aangelegd om droge voeten te houden in een gebied waarvan de afwatering nog gebrekkig was en dat door klink steeds lager en drassiger werd.
De systematische ontginning in deze periode had tot gevolg dat veel dorpen op rechte assen liggen die door de wijze van ontginning en niet door het natuurlijke landschap zijn bepaald.