Kroonjuwelen
Cultuurhistorische kroonjuwelen zijn unieke, zeer karakteristieke en gave erfgoedensembles van het
Zuid-Hollands landschap. De provincie kent in totaal dertien kroonjuwelen die in zeer sterke mate
bepalend zijn voor de identiteit en herkenbaarheid van een plek of landschap.
Selectiecriteria
- structuren of ruimtelijke eenheden met een zeer gave en kwetsbare cultuurhistorische samenhang in tijd en ruimte
- aanwezigheid van historisch-landschappelijke én historisch-stedenbouwkundige kenmerken, waarvan een groot deel van zeer hoge waarde op grond van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland
- zeer goede ruimtelijke en functionele samenhang tussen die kenmerken.
NB. Beschermde stads- en dorpsgezichten (Erfgoedwet/Omgevingswet) komen alleen in aanmerking voor
selectie als één van de volgende thema’s van toepassing is (cf. provinciale themajaren Cultuur):
landgoederenzone, molens / waterhuishouding, vaarwegen / verdedigingslinies.
De dertien kroonjuwelen van het Zuid-Hollandse landschap zijn:
- Landgoed Keukenhof en omgeving (Bollenstreek)
- Kagerplassen en molens (topgebied Kaag / Oude Rijn)
- Landgoederenzone (Den Haag / Wassenaar)
- Weipoort (Zoeterwoude / Stompwijk)
- Aarlanderveen (Aarlanderveen / Nieuwkoopsche Plassen / Meije)
- Meije (Aarlanderveen / Nieuwkoopsche Plassen / Meije)
- Wierickerschans (Reeuwijksche Plassen / Oude Hollandse Waterlinie)
- Vlietlanden / Duifpolder / Negenhuizen (Midden-Delfland)
- Middengebied Krimpenerwaard (Krimpenerwaard)
- Panorama Kinderdijk (Alblasserwaard / Vijfheerenlanden)
- Nieuwe Hollandse Waterlinie / Diefdijk (Alblasserwaard / Vijfheerenlanden)
- Schurvelingengebied (Kop van Goeree)
- Polder de Biesbosch (Dordtse Biesbosch)
Beleid
Voor kroonjuwelen geldt de algemene sturingsrichtlijn ‘behoud en versterking van
cultuurhistorisch waardevolle structuren en ensembles via bescherming én passende
ruimtelijke ontwikkeling’. Deze richtlijn is vastgelegd in de provinciale
Visie Ruimte en Mobiliteit
(par. 3.5 Instandhouding en versterking van het cultureel erfgoed) en uitgewerkt in de
Verordening Ruimte
(par. 2.2 Regels voor ruimtelijke kwaliteit).