Poldergrenzen vormen de hoofdlijnen van de ruimtelijke inrichting, met name binnen de volgende landschappelijke eenheden:
- het jonge zeeklei landschap
- de droogmakerijen
- de veenontginningen
Binnen de laatste twee landschapstypen bestaan de poldergrenzen uit kades, dijken en weteringen die, over het algemeen, een rechtlijnig raster vormen. Dit in tegenstelling tot het jonge zeeklei-landschap, waar de polderdijken een meer kronkelig verloop hebben en vroeger vaak buitenwaterkerend zijn geweest.
Veel poldergrenzen, voornamelijk in het westen en zuiden van de provincie, zijn verdwenen of niet meer herkenbaar als gevolg van de verstedelijking, uitbreiding van kassen en ruilverkavelingen.