Op de CHS-kaartlaag "Scheepsrestanten" zijn de bij ons bekende wrakken en wrak-onderdelen via een symbooltje in beeld gebracht.
In het waterrijke Zuid-Holland vond het transport van mensen en goederen eeuwenlang vooral plaats over water. Dit was eeuwenlang goedkoper en sneller dan transport over land. De grote rivieren zoals de Rijn en de Lek en de Noorzeekust speelden hierbij een belangrijke rol; hier lagen over het water de snelle verbindingen met het Europese achterland, hier klopte meer dan 2000 jaar lang het hart van de Hollandse economie. Zonder die eeuwenlange intensieve scheepvaart zou Holland misschien wel nooit tot volledige ontwikkeling gekomen zijn. Daarnaast was de visserij op de rivieren en langs de kust eveneens een belangrijke bron van voedsel en inkomsten.
Maar... de vele ondiepten, zandplaten en dichtslibbende vaargeulen maakten de grote rivieren wel tot een voor de schepen behoorlijk gevaarlijke snelweg. Bovendien kon het bij slecht weer lelijk spoken op de Noordzee en langs de kust. Bij storm en ontij zijn door de eeuwen heen honderden schepen vergaan. Veel andere schepen werden bewust afgezonken, bijvoorbeeld om een gat in een dijk te dichten, of ze werden gesloopt waarna de onderdelen een nieuwe bestemming kregen. Van de meeste schepen uit de afgelopen eeuwen is niets overgebleven, maar in de bodem van Zuid-Holland zijn bij diverse graafwerkzaamheden toch veel verrassende scheepsarcheologische vondsten gedaan. Ook op het Noordzeestrand spoelen af en toe scheepswrakken – of onderdelen daarvan – bloot.