111 Hollands Diep
Juridische status
Habitat- en
Vogelrichtlijngebied
Beschermde- en
Staatsnatuurmonumenten (3)
Type landschap
Rivierengebied
Instandhoudingsdoelstellingen
Onderstaande informatie is
gebaseerd op het ontwerpbesluit. De instandhoudingsdoelstellingen zijn nog niet
definitief vastgesteld.
Habitattypen
H6430B |
Ruigten en zomen (harig
wilgenroosje) |
Behoud oppervlakte en
kwaliteit habitattype |
H91E0A |
*Vochtige alluviale bossen
(zachthoutooibossen) |
Behoud oppervlakte en
kwaliteit habitattype |
H91E0B |
*Vochtige alluviale bossen
(essen-iepenbossen) |
Uitbreiding oppervlakte en
verbetering kwaliteit habitattype |
Habitatsoorten
H1095 |
Zeeprik |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
H1099 |
Rivierprik |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
H1102 |
Elft |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
H1103 |
Fint |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
H1106 |
Zalm |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
H1304 |
*Noordse woelmuis |
Uitbreiding omvang en
verbetering kwaliteit leefgebied |
Niet-broedvogelsoorten
A034 |
Lepelaar |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
A041 |
Kolgans |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
H043 |
Grauwe gans |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
A045 |
Brandgans |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
A050 |
Smient |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
A051 |
Krakeend |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
A053 |
Wilde eend |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
A061 |
Kuifeend |
Behoud omvang en kwaliteit
leefgebied |
Kernopgaven
3.01 |
Geen barrières in de trekroute
zalm H1106, zeeprik H1095, rivierprik H1099 en elft H1102. |
3.03 |
Foerageergebied en
uitwijkmogelijkheid bij vorst voor soorten als kuifeend A061. |
3.05 |
Kwaliteitsverbetering
zoetwatergetijdengebied t.b.v. vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen)
*H91E0_A, ruigten en zomen (harig wilgenroosje) H6430_B, slikkige
rivieroevers H3270, fint H1103 (inclusief paaiplaats), noordse woelmuis
*H1340, tonghaarmuts H1387 en bever H1337. |
Beschermde- en Staatsnatuurmonumenten
De doelen voortkomend uit de
aanwijzing van de Beschermde- en Staatsnatuurmonumenten (3) worden in het
beheerplanproces uitgewerkt.