Binnen de zestien topgebieden liggen in totaal dertien ‘Kroonjuwelen’ van het Zuid-Hollandse landschap. Dit zijn cultuurhistorische ankerpunten van een
topgebied, die in zeer sterke mate bepalend zijn voor de identiteit en herkenbaarheid van een plek. De selectiecriteria zijn:
-
Ligging in een Topgebied Cultureel Erfgoed Zuid-Holland.
-
Structuren of ruimtelijke eenheden met een zeer gave en kwetsbare cultuurhistorische samenhang in tijd en ruimte.
-
Aanwezigheid van historisch-landschappelijke én historisch-stedenbouwkundige kenmerken, waarvan een groot deel van zeer hoge waarde op grond
van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland.
-
Zeer goede ruimtelijke en functionele samenhang tussen die kenmerken. NB. Beschermde stads- en dorpsgezichten (Erfgoedwet/Omgevingswet) komen alleen in
aanmerking voor selectie als één van de volgende thema’s van toepassing is (cf. provinciale themajaren Cultuur): landgoederenzone, molens /
waterhuishouding, vaarwegen / verdedigingslinies.
De ‘kroonjuwelen’ van het Zuid-Hollandse landschap zijn:
-
Landgoed Keukenhof en omgeving (Bollenstreek)
-
Kagerplassen en molens (topgebied Kaag / Oude Rijn)
-
Landgoederenzone (Den Haag / Wassenaar)
-
Weipoort (Zoeterwoude / Stompwijk)
-
Aarlanderveen (Aarlanderveen / Nieuwkoopsche Plassen / Meije)
-
Meije (Aarlanderveen / Nieuwkoopsche Plassen / Meije)
-
Wierickerschans (Reeuwijksche Plassen / Oude Hollandse Waterlinie)
-
Vlietlanden / Duifpolder / Negenhuizen (Midden-Delfland)
-
Middengebied Krimpenerwaard (Krimpenerwaard)
-
Panorama Kinderdijk (Alblasserwaard / Vijfheerenlanden)
-
Nieuwe Hollandse Waterlinie / Diefdijk (Alblasserwaard / Vijfheerenlanden)
-
Schurvelingengebied (Kop van Goeree)
-
Polder de Biesbosch (Dordtse Biesbosch)
Beleid
Voor kroonjuwelen geldt de
algemene sturingsrichtlijn ‘behoud van uitzonderlijke kwaliteit’, zoals vastgelegd in de
Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland.
Met deze richtlijn wordt aangegeven hoe de provincie
in beginsel met ontwikkelingen wil omgaan wat betreft cultuurhistorie en ruimtelijke
kwaliteit. Cultuurhistorie is hier dé drager van ruimtelijke ontwikkeling
Uitgangspunt
is om bij toekomstige ontwikkelingen: zowel de
structuur alsook van
fysieke elementen (gebouwen, waterlopen, kades, e.d.) te behouden en
versterken van door het herkenbaar houden van de ruimtelijke kenmerken hiervan (verkavelingspatroon, openheid, bebouwingsstructuur, profiel van kades,
wegen en waterlopen).
Dit betekent dat bij ruimtelijke ontwikkelingen die strijdig zijn met genoemd uitgangspunt de cultuurhistorische en landschappelijke belangen in
principe prevaleren boven andere belangen c.q. dat ruimtelijke ontwikkelingen die strijdig zijn met genoemd uitgangspunt in principe uitgesloten zijn
(tenzij sprake is van een groot openbaar/maatschappelijk belang). Ruimtelijke ontwikkelingen die passen binnen genoemd uitgangspunt zijn in principe
mogelijk.
De algemene sturingsrichtlijn is verder uitgewerkt in
specifieke richtlijnen. Deze zijn vastgelegd in de
Nota Regioprofielen Cultuurhistorie Zuid-Holland.